Veerboot Schulpengat (1990)

Texel’s tweede dubbeldeksveerboot werd in 1990 Schulpengat gedoopt. Het schip lijkt enigszins op de Molengat, maar is een stuk langer. In 2007 krijgt de ferry de nieuwe TESO-huisstijl aangemeten. Begin 2018 maakt de Schulpengat de laatste afvaarten.

Scheepsbiografie Schulpengat (1990)

Het is 28 juli 1990 als de nieuwe TESO-veerboot Schulpengat van stapel loopt in Heusden. De Schulpengat werd gedoopt door Tine Vlas – van der Vlies. Een jaar en een dag eerder op 27 juli 1989 werd de symbolisch de kiel gelegd op de werf van Verolme. Pas in oktober 1989 werd goed en wel begonnen aan de bouw van de nieuwe veerboot.
Op de helling in Heusden werd het schip gefabriceerd tot het bovenste autodek. Alle delen vanaf het bovenste autodek zijn naast de helling gebouwd en later in Dordrecht gemonteerd. Heusden ligt namelijk diep in het binnenland, waardoor er tot zee een hoop bruggen in de weg liggen. De bouwkosten bedroegen ongeveer 70 miljoen gulden (31 miljoen euro). In de Schulpengat is 2.500 ton staal verwerkt. De Schulpengat verlaat op 8 oktober 1990 de werf in Heusden, om naar Dordrecht te worden gesleept.
Het is november 1990 als de veerboot Schulpengat voor het eerst zelf vaart, in de buurt van de afbouwlocatie in Dordrecht. Daarna zijn er officiële proefvaarten gemaakt op de Noordzee. De Schulpengat kwam op 18 december 1990 voor het eerst aan op Texel. Twee maanden later komt de Schulpengat officieel in de vaart voor TESO.

Afmetingen

De hoofdafmetingen van de Schulpengat zijn 110,44 meter x 18,70 meter x 4,05 meter. Het schip is daarmee vergelijkbaar in grootte met de 5 Zeeuwse dubbbeldeksveerboten van 113,60 meter.

Capaciteit

Het schip heeft een capaciteit voor 240 vervoerseenheden (220 in de praktijk) en 1350 passagiers. De Schulpengat heeft 2562 m² rijdek. De veerboot meet 8311 BRT.

Voortstuwing

De Schulpengat is uitgerust met 6 Caterpillar-dieselmotoren (type 3606TA), zes AEG-generatoren en acht elektromotoren gekoppeld aan de vier Voith Schneider propellers.
Tijdens de bouw van de Schulpengat werd een extra kade aangelegd in ’t Horntje om de reserveboot (voortaan ook een dubbeldekker) te kunnen afmeren. De Schulpengat zou eerder gereedkomen dan deze kade, waardoor de Schulpengat zou uitwijken naar Vlissingen.
Zijaanzicht Schulpengat (1990) en Prinses Juliana (1986)
In Vlissingen zouden faciliteiten van de PSD gebruikt kunnen worden, die met soortgelijke dubbeldeksveerboten varen. De kade in ’t Horntje kwam toch op tijd gereed, dus de Schulpengat hoefde niet eerst naar Zeeland te gaan.

Verschillen met Molengat

De TESO-veerboot Schulpengat lijkt qua ontwerp op de veerboot Molengat (1980), toch zijn er veel verschillen. De Schulpengat is met 110 meter een veel langer schip. Het grootste verschil zit in de voorstuwing: de Schulpengat heeft vier Voith-Schneider propellors in tegenstelling tot twee bij de TESO-veerboot Molengat. Het bovenste autodek van de Schulpengat is volledig afgesloten, terwijl de Molengat open is aan de zijkanten. Dat heeft te maken met gewicht en stabiliteit. De Schulpengat is een stuk langer en daardoor stabieler, waardoor er gewicht over is wat in een gesloten staalconstructie is gestoken. De Molengat kon met het oog op de stabiliteit niet zwaarder uitvallen is daarom open.
Bovenaanzicht TESO-dubbeldekkers Schulpengat en Molengat

Het ontwerp

Ir. W.A. Swaan van Bureau voor Scheepsbouw in Bloemendaal is de geestelijk vader van de Molengat en de Schulpengat. De Schulpengat was het laatste schip wat Swaan voor zijn pensioen ontwierp. De afmetingen van de Schulpengat werden voor het grootste gedeelte bepaald door de afmetingen van de fuik. De accommodaties in Den Helder en Texel werden nog eens goed bestudeerd en vastgesteld werd dat de maximale breedte van de nieuwe dubbeldekker 18,70 meter kon worden. Dat is een stuk breder dan de enkeldekkers waar de fuiken voor ontworpen waren en ook een iets breder in vergelijking met de Molengat (1980).
De veerboot Schulpengat is uitgerust met zes Caterpillar 3606 DI TA dieselmotoren. Het gaat om 6-cilinder viertaktmotoren (1.000 omwentelingen per minuut). In november 1990 zijn tijdens de proefvaarten snelheidstesten uitgevoerd met de TESO-dubbeldeksveerboot. De gemeten topsnelheid was 14 knopen (bij 4.400 kW) bij normale weersomstandigheden op zee. De dienstsnelheid bedraagt 13,6 knopen.
Direct naar alle foto’s van de Schulpengat (1990).

Voith-Schneider

Zoals vermeld is de Schulpengat uitgerust met vier Voith-Schneider propellers. Waar de Molengat twee van deze Voiths had van 3,60 meter in diameter, kreeg de Schulpengat er vier van 3,20 meter diameter. De keuze werd voornamelijk gemaakt op basis van de benodigde kracht die nodig was om de veerboot bij storm in de fuik te houden. Met vier kleinere Voiths was minder vermogen nodig dan met twee grotere propellers.
Animatie Voith-Schneider
Ten opzichte van een conventioneel voortstuwingssysteem heeft Voith-Schneider het voordeel dat ze ook maximaal kunnen werken bij 0 knopen. Dat is gunstig om bij een sterke zijwind het schip recht in de fuik te houden. Een schip met roer en vaste schroef, zoals de Marsdiep of Texelstroom, kan bij stilliggen geen zijwaartse stuwing leveren. De Schulpengat is in staat om bij 0 knopen tot 45 knopen wind te counteren. Met andere woorden: bij windkracht 9 zijwind is het mogelijk om de Schulpengat recht te houden bij 0 knopen snelheid.
Zijwindgevoeligheid is bij dubbeldeksveerboten een factor om rekening mee te houden. Enkeldekkers hebben minder raakvlak en kunnen gemakkelijker ‘in bedwang’ gehouden worden tijdens het aanmeren. In Zeeland werden in 1968 en 1970 de eerste dubbeldeksveerboten in de vaart genomen. Deze Prinses Christina (1968) en Prins Willem-Alexander (1970) hadden een ontwerp voortstuwing gelijk aan die van de Marsdiep (1964) en Texelstroom (1966). In de praktijk bleek het bij zijwind ontzettend lastig manoeuvreren, daarom werd de volgende dubbeldekker uitgerust met boegschroeven. Later werd in Zeeland gekozen voor Azimuth-thrusters zoals gebruikt worden bij de Dokter Wagemaker (2005) en de Texelstroom (2015). Met thrusters kan een schip ook bij 0 knopen een flinke tegenkracht leveren.

Vervoerscapaciteit

De ferry Schulpengat heeft twee rijdekken die beide zijn onderverdeeld in een middenbaan en twee zijgangen. Het onderste rijdek is deels geschikt voor vrachtwagens (907 m²) en heeft in totaal 1308 m² ruimte voor voertuigen. Het bovenste rijdek biedt alleen plaats aan personenvoertuigen en is 1254 m². Tussen het beneden- en bovenrijdek bevindt zich een tussendek voor fietsers. Dit dek is gesitueerd boven de zijgangen van het benedendek.
In de bestekken gaf TESO opdracht voor een veerboot met een totaal van 1065 meter dekruimte (285 meter voor trucks en 685 meter voor auto’s). In 1988 doet TESO onderzoek naar hoe de veerboten gevuld worden met auto’s. Daaruit blijkt dat er een verschil bestaat tussen de theoretische vervoerscapaciteit en de daadwerkelijke capaciteit. Voor de Schulpengat is de theoretische capaciteit 242 personenauto’s, wat in de praktijk uitkomt op 220 personenauto’s. Voertuigen binnen de categorie personenauto verschillen namelijk in lengte en ook schuiven automobilisten niet optimaal aan, wat de capaciteit beperkt.
Het hoofdrijdek (ook wel onderste autodek genoemd) van de Schulpengat

Een zusterschip voor de Schulpengat?

Het scheelde niet veel of de Schulpengat had een zusterschip gehad. In de tijd dat de Schulpengat werd opgeleverd speelde in Zeeland een discussie over een nieuwe dubbeldeksveerboot voor de veerdienst Vlissingen-Breskens. Een lastig vraagstuk, want inmiddels was duidelijk dat de Zeeuwse veerdiensten binnen een jaar of tien zouden worden vervangen door een tunnel.
TESO-directeur Hoogerheide doet de Zeeuwen dan ook een aanbod: het huren van een nieuw te bouwen zusterschip van de veerboot Schulpengat. Na het opheffen van de PSD in Zeeland zou deze Schulpengat 2 dan naar Texel verhuizen en daar de Molengat vervangen, wat tegen die tijd wel nodig zou zijn qua leeftijd en gebrek aan capaciteit. De vervoerscapaciteit van de Schulpengat met 220 ‘eenheden’ op 2562 m² rijdek is ongeveer hetzelfde als de PSD-dubbeldekkers.
Zijaanzicht zusterschip Schulpengat (PSD)
Naast de aanbieding van TESO krijgt de Provincie Zeeland (de PSD was een provinciale organisatie) ook een aanbieding van rederij Vroon. TESO stuit op het bureaucratische aspect van de Zeeuwse organisatie, tijden wordt er niets vernomen uit Zeeland. Dan blijkt dat de PSD een dubbeldekker zal gaan huren, maar niet bij TESO of Vroon. Scheepswerf Koninklijke Schelde Groep (ook de bouwer van de latere Dokter Wagemaker) mocht een schip bouwen en verhuren aan de PSD. Dit schip werd de Koningin Beatrix (1993).
Bovenaanzicht TESO-dubbeldekker Schulpengat en PSD-boot

Schulpengat en enkeldekker

De veerboot Schulpengat heeft vooral met de Molengat samen gevaren en later met de Dokter Wagemaker. Toch heeft de Schulpengat ook samen gevaren met enkeldekkers. Begin juni 1991 was de Molengat bijvoorbeeld in onderhoud en ontstond er een flinke drukte. Daarom werd besloten om op 2 juni 1991 de Marsdiep (1964) in te zetten naast de Schulpengat.
De Schulpengat heeft vooral met de Molengat en de Wagemaker gevaren, maar ook een enkele keer met de enkeldekker Marsdiep uit 1964
Direct naar alle foto’s van de Schulpengat (1990).

Acoustic Doppler Current Profiler

Het naast de veerhaven van ’t Horntje gelegen instituut voor zeeonderzoek NIOZ zocht in de jaren 90 naar een goede manier om stroomsnelheid, temperatuur en zoutgehalte te meten in het Marsdiep. De meetapparatuur was erg duur, dus de optie om meerdere instrumenten te plaatsen aan boeien viel al snel af. De NIOZ-buren boden uitkomst: wat als de meetapparatuur aan een TESO-veerboot bevestigd zou worden?
Eind 1997 ging de Schulpengat voor groot onderhoud naar de werf, waar vervolgens een Acoustic Doppler Current Profiler (ADCP) aan de scheepsromp bevestigd werd. De dure ADCP zat goed beschermd in een stalen kooi onder de Schulpengat. Het apparaat had dezelfde werking als een radar, maar dan onderwater. Signalen werden uitgezonden en de terugkerende signalen opgevangen.
De metingen werden elke keer dat de Schulpengat in Texel aanlegde doorgezonden naar het NIOZ. Nog velen jaren zou de TESO-veerboot Schulpengat belangrijke data leveren voor wetenschappelijk onderzoek.

Metamorfose

In 2005 werd de Schulpengat opgevolgd als dienstboot door de Dokter Wagemaker (2005). Het schip kreeg in 2007 een retrofit en werd daarbij in dezelfde huisstijl geschilderd als de Dokter Wagemaker. Op 4 april 2007 kwam de TESO-ferry Schulpengat weer aan op Texel, gestoken in een nieuw jasje. De totale kosten voor de retrofit lagen tussen de 3,5 en 4 miljoen euro.

Afscheid

Op 21 januari 2018 organiseerde TESO een afscheidsdag voor de TESO-dubbeldekker Schulpengat. De veerboot werd die dag nog een laatste keer ingezet als dienstboot. Sindsdien ligt het schip in de NIOZ-haven, een koper heeft zich nog niet gemeld. Op 16 mei 2018 heeft de Schulpengat de NIOZ-haven verlaten om plaats te maken voor werkzaamheden aan de haven.
De ligplaats van de Schulpengat was tijdelijk de noodaanlanding van Den Helder, gelegen op schiereiland Harssens. TESO heeft halverwege mei 2018 laten weten dat ze in onderhandeling zijn met twee rederijen voor verkoop. Het liefste geeft TESO de Schulpengat een varende bestemming, maar duurzame sloop is ook een optie. In juni 2018 keerde de veerboot Schulpengat weer terug op Texel, ditmaal aan de lange fuikwand van ’t Horntje.
In het avondlicht van een septemberavond op Texel zien we de Schulpengat naast de fuik liggen

Raputra Jaya uit Indonesië

De Schulpengat staat al een tijd te koop. Interesse zou er zijn uit Italië, maar dit lijkt niets concreets te worden. Daarna is er interesse in de veerboot vanuit Indonesië. Een medewerker van rederij Raputra Jaya wordt gezien op Texel.
Raputra Jaya vaart onder meer tussen Merak en Bakauheni over Straat Soenda tussen de eilanden Java en Sumatra. De interesse van Ruputra Jaya lijkt erg serieus te zijn. Op 27 juli 2018 bevestigt rederij Ruputra Jaya de Schulpengat te hebben gekocht, maar verschillende bronnen spreken elkaar tegen hierover. Een reactie van TESO blijft vooralsnog uit.

Sloop

Op 28 september 2018 laat TESO weten dat de Schulpengat naar de sloop zal gaan. Het schip zal bij Galloo in Gent duurzaam worden ontmanteld. Het is 31 oktober 2018 als de Schulpengat definitief vertrekt van Texel. Na een bezoekje aan de fuik van Den Helder zet de Schulpengat koers naar Gent. De veerboot is op 1 november 2018 om 7u afgemeerd bij sloperij Galloo, waarmee de veerboot uit de vaart is genomen en de sloop spoedig begon.

Stuurhuis

TESO heeft geregeld met Galloo dat een stuurhuis van de Schulpengat bewaard blijft. Op 8 juli 2020 vertrok het transport vanuit Gent, op 12 juli 2020 kwam het stuurhuis terug op Texel, in de haven van Oudeschild. Met een dieplader werd de stuurhut een dag later vervoerd naar Maritiem- en Juttersmuseum Flora. Daar is een TESO-paviljoen gebouwd met als blikvanger het stuurhuis. Op 17 februari 2023 werd het paviljoen geopend door oud-kapiteins van de veerboot.

Voormalige kapiteins van de Schulpengat openen het TESO-paviljoen

Alle foto's van de Schulpengat

De meeste schepen hebben een eigen fotopagina, zo is er ook een fotopagina Schulpengat. Heeft u zelf ook nog foto’s van de Schulpengat? Help mee en maak samen met ons van Schulpengat.nl een nog interessantere website.
Veerboot Texel – de dubbeldekker Schulpengat
Facebook
LinkedIn
Pinterest
Twitter

Navigatie TESO-vloot

Hieronder kunt u navigeren tussen de verschillende pagina’s van TESO-veerboten. Ook kunt u de fotopagina bekijken van deze TESO-veerboot. U bent nu hier: