Inhoudsopgave
Geschiedenis aanlegplaats ’t Horntje
Omdat de haven van Oudeschild ongeschikt was voor het aanmeren van grote kopladingsveerboten wordt de veerhaven van ’t Horntje aangelegd. Voordat de veerhaven werd aangelegd lagen er bij het buurtschap ’t Horntje voornamelijk polders en landerijen. Aan de dijk lag ook een kleine steiger, waar in zeer uitzonderlijke gevalen een TESO-veerboot aangemeerd heeft. Bijvoorbeeld als wegens ijsgang de haven van Oudeschild niet beschikbaar was.
De veerhaven is mede-ontworpen door ingenieurs J.W. Tops en L.J. Weijdt, beide werkzaam bij Rijkswaterstaat. De ligging van de haven is afgestemd op de stromingen, zodat de haven de meest gunstige ligging heeft qua golfhoogte. De haven zou 326 meter lang worden en 180 meter breed.
De haven werd in 1961 openbaar aanbesteed, waarbij N.V. Aannemers- en Handelsmaatschappij Van Oord uit Werkendam als laagste inschrijver uit de bus kwam met 6.380.000 gulden. In oktober 1962 vond de aanbesteding plaats voor de aanleginrichtingen in de nieuwe haven. De laagste inschrijver was de firma Hillen en Roosen uit Amsterdam met 3.162.000 gulden.
Veerhaven ’t Horntje werd geopend op 8 juni 1962. Enkele jaren zou gebruikt worden van de zijladingsfaciliteiten, zoals de veerstoep met voor elk getij een oprijlaan. Ondertussen werd gestaag gebouwd aan de fuik en in Zaandam aan de bijbehorende veerboot Marsdiep (1964).
De veerhaven van 't Horntje verving de oude aanlegplaats in de haven van Oudeschild waar TESO vanaf de oprichting gebruik van gemaakt had.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatDe fuik op Texel nadert haar voltooiing nu de elementen met het remmingswerk zijn gemonteerd. Op de voorgrond zien we de veerstoep voor zijladingsveerboten.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatTijdens de proefvaart met genodigden legt de Marsdiep eventjes aan bij de veerstoep van 't Horntje. Op 19 februari 1964 bezoekt de Marsdiep de veerhaven echt voor het eerst.
Foto: Joop van Bilsen / Anefo (CC-licentie)De nieuwste TESO-aanwinst komt aan bij thuishaven Texel ('t Horntje). Niet voor de eerste keer, maar wel de eerste keer onder TESO-vlag. De fuiken zijn nog niet helemaal af.
Foto: Joop van Bilsen / Anefo (CC-licentie)De TESO-vloot in 1964, of althans, een gedeelte van de vloot. Ster van de show is de koplader Marsdiep, rechts in beeld.
Ansichtkaart, uitgave Langeveld & De RooyDe veerhaven van 't Horntje was een drukte van belang in 1964. Auto's rijden hier de nieuwe aanlegsteiger op voor de Marsdiep, rechts zien we de veerstoep voor zijladers.
Ansichtkaart, uitgave Langeveld & De Rooy
Kopladers
Als in 1964 ook de fuik gereed komt kunnen zowel zijladers als kopladingsveerboten aanmeren in ’t Horntje. Op 17 juli 1964 wordt de Marsdiep voor het eerst ingezet en is de haven van ’t Horntje voltooid. De zijladers Koningin Wilhelmina en De Dageraad varen in die periode vanaf de veerstoep. Ook de oudere veerboten Voorwaarts (1940) en Dokter Wagemaker (1934) hebben van de haven van ’t Horntje gebruik gemaakt. De Dokter Wagemaker lag in 1963 tot de verkoop aan een steigertje aan de oostkant van de haveningang.
Op de bodem van de oevers van de veerhaven worden kraagstukken van 16x18 meter gelegd. Deze kraagstukken dienen voor de stabiliteit van de ondergrond.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatDe fuikwanden werden opgebouwd uit verschillende secties. In de fuik werd de secties gekoppeld, maar niet muurvast bevestigd aan de betonnen delen van de fuik. Bij een aanvaring kon het geheel meeveren.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatIn afwachting van het gereedkomen van de fuik ligt de Marsdiep afgemeerd aan de lange fuikwand van de fuik van 't Horntje. Links zien we een van de zijladingsdeuren van de Marsdiep die nooit in de praktijk zijn gebruikt.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatDe Marsdiep test de nieuwe fuik in 1964 en het past allemaal.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatDe gehele TESO-vloot is te zien op dit 'familieportret' uit 1964. Van links naar rechts zien we de veerboten Zeemeeuw, Voorwaarts, Koningin Wilhelmina, Marsdiep en De Dageraad.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatAlle schepen van Texel's Eigen Stoomboot Onderneming zijn te zien op deze foto uit 1964.
Foto: © Beeldbank Rijkswaterstaat
Een nieuwe fuik
Waar zijladingsveerboten gebruik maakten van de veerstoep, moeten kopladingsveerboten aanmeren in een fuik. De veerstoep had voor verschillende getijden een eigen niveau, voor kopladers was voorzien in een brug tussen twee heftorens om het getijverschil letterlijk te overbruggen.
Rijkswaterstaat heeft de fuiken in Den Helder en ’t Horntje aangelegd en beheert deze ook vandaag de dag nog. De oorspronkelijke fuik van ’t Horntje bestond uit een lange en een korte fuikwand. Het ontwerp was gebaseerd op de aanleginrichtingen van Vlissingen en Breskens, al zijn die wel iets groter uitgevoerd. Niet gek, want de PSD-enkeldekkers Beatrix/Irene/Margriet waren 102 meter lang, terwijl de Marsdiep/Texelstroom ‘slechts’ 68 meter lang zijn.
Een ander verschil is de lengte van de brug: bij TESO is de brug 28 meter lang en in Zeeland was de brug 52 meter. Dat komt omdat in Zeeland de verschillen tussen eb en vloed het grootste zijn van heel Nederland en in Den Helder zijn de verschillen het kleinste. Als er een groter verschil is moet de brug ook langer zijn omdat er anders een te grote hellingshoek ontstaat. Vrachtwagens zouden daar bijvoorbeeld last van kunnen hebben.
De veerhaven van 't Horntje verving de oude aanlegplaats in de haven van Oudeschild waar TESO vanaf de oprichting gebruik van gemaakt had.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatDe enkeldekker Marsdiep test de nieuwe fuik van 't Horntje. De brug is nog niet in gebruik voor verkeer, Rijkswaterstaat is nog bezig met de oplevering
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatDe heftorens en de nieuwe fuik van Texel in gebruik. De foto is gemaakt vanaf de enkeldekker Marsdiep.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatDe nieuwe enkeldeksveerboot Prinses Beatrix in de fuik van Breskens, Zeeland. De veerdienst Den Helder - Texel werd gemodelleerd naar deze Zeeuwse dienst.
Foto: Harold FraserFoto: Beeldbank Rijkswaterstaat
Uiterst links zien we de Zeemeeuw liggen naast de Voorwaarts. De schepen liggen afgemeerd tegen de Koningin Wilhelmina die naast de lange fuikwand ligt van 't Horntje.
Foto: © Beeldbank Rijkswaterstaat
Zijladers in ’t Horntje
Na de komst van de tweede TESO-enkeldekker Texelstroom (1966) raken de zijladers in onbruik. Toch hebben de TESO-zijladers ook dienst gedaan vanuit de veerhaven van ’t Horntje. De haven werd in 1962 geopend voor zijladers. Na 1964 werden de zijladers een stuk minder gebruikt door de komst van de Marsdiep.
TESO neemt in 1967 afscheid van de laatste zijlader. Tot 1980 is de veerhaven van ’t Horntje het domein van de Marsdiep en Texelstroom. In dat jaar komt de dubbeldeksveerboot Molengat in de vaart. Omdat er onenigheid is met Rijkswaterstaat vaart de Molengat tot 1986 als enkeldekker.
Verbouwing voor dubbeldekkers
In 1986 wordt de aanleginrichting aangepast voor gebruik door dubbeldekkers. Op 23 juni 1986 vaart de Molengat voor het eerst als echte dubbeldekker. Tijdens de verbouwing moeten de veerboten tijdelijk afmeren aan een noodaanlanding in de haven van ’t Horntje. Wegens de werkzaamheden kiest de Marsdiep (1964) zelfs tijdelijk de haven van Oudeschild als ligplaats.
De Molengat vaart naar Den Helder terwijl we het havenhoofd van Texel zien.
Foto: © J. PaterDe Schulpengat komt aan bij het oude havenhoofd van 't Horntje, in 2004 verbreed voor de komst van de bredere Dokter Wagemaker (2005).
Foto: © J. PaterDe fuik van Texel zoals deze in 1964 is aangelegd. In 2004 zijn de fuikwanden nog volledig origineel. Een jaar later zijn ze vervangen door drijvende exemplaren, zodat de bredere Dokter Wagemaker kan afmeren.
Foto: Schulpengat.nlOp de dag van de eerste aankomst van de Dokter Wagemaker ligt de Molengat naast de lange fuikwand van 't Horntje. De fuikwand is nog niet vervangen door een drijvend exemplaar.
Foto: © Schulpengat.nlWe zien op deze foto goed de nieuwe lange fuikwand van 't Horntje. Slechts de kop van de oude fuik is behouden gebleven, de rest is een nieuwe drijvende constructie geworden.
Foto: © Schulpengat.nlEen blik op 't Horntje, de veerhaven van Texel. De Molengat en Schulpengat liggen op reserve.
Foto: © Schulpengat.nl
Nieuwe havenhoofden
Omdat de nieuwe veerboot Dokter Wagemaker (2005) een stuk breder zou worden in vergelijking met de Schulpengat (1990) en Molengat (1980), werd besloten de havenmonding van ’t Horntje te verbreden. De havenmond van ’t Horntje was 60 meter en met de nieuwe havenhoofden is dat verbreed naar bijna 90 meter. Halverwege juni 2004 is het werk klaar.
Nieuwe fuikwanden
Een andere aanpassing die nodig was voor de komst van de Dokter Wagemaker (2005) was de verbreding van de fuik. De oude fuikwanden met houten remmingswerk werden gesloopt en vervangen door drijvende fuikwanden van staal en rubber. Hiermee kwam het gekraak en gepiep van de veerboten in de fuik tot een einde. De nieuwe fuikwanden werden door Rijkswaterstaat aangelegd voor 4.375.000 euro. Als eerste kwam de korte fuikwand gereed, waarnaar het mogelijk was dat de Dokter Wagemaker kon aanleggen. Later in 2005 werd ook de lange fuikwand vervangen.
De fuik van Texel werd in 2005 verbouwd zodat ook de Dokter Wagemaker er kon aanleggen. Sindsdien bestaan de fuikwanden uit drijvende kokers met rubberen bekleding.
Foto: Schulpengat.nlDe veerhaven van 't Horntje werd begin jaren 60 aangelegd en als eerste gebruikt door de Koningin Wilhelmina, De Dageraad (1955), Dokter Wagemaker (1934) en de Voorwaarts.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatEen mooi plaatje vanuit de lucht. We zien goed de nieuwe fuikwanden en de Schulpengat in de laatste kleurstelling.
Foto: © Beeldbank RijkswaterstaatOp een winterse avond zien we de Texelstroom liggen aan de onderhoudskade van 't Horntje.
Foto: Schulpengat.nlDe rust van een mooie winterdag, alleen verstoord door het gedreun van de Schulpengat.
Foto: © Schulpengat.nlDe Schulpengat ligt naast de lange fuikwand van 't Horntje opgelegd. Op het moment van de foto weet niemand wat er met het schip zou gebeuren.
Foto: © Schulpengat.nl
Nieuwe noodaanlanding
Tijdens de verbouwing van de aanleginrichtingen in 1986 had Texel al kort een noodaanlanding, maar deze werd weer ontmanteld nadat de fuiken gereed waren. Net als in Den Helder (2014) werd op Texel een nieuwe noodaanlanding aangelegd. Op 28 juli 2016 wordt het brugdeel geplaatst in de noodaanlanding. De brug is 21 meter x 3,5 meter en weegt ongeveer 30 ton. In tegenstelling tot de brug van de Helderse noodaanlanding is de brug op Texel permanent en dus gelijk te gebruiken bij een calamiteit.
Alle foto’s uit ’t Horntje
De meeste havens hebben een eigen fotopagina, zo is er ook een fotopagina ’t Horntje. Heeft u zelf ook nog TESO-foto’s gemaakt in ’t Horntje? Help mee en maak samen met ons van Schulpengat.nl een nog interessantere website.